Bètavakken op een hoger niveau bij Metzo in Doetinchem

Een hoger niveau? “Dat betekent dat we verder komen dan de leerling zelf verwacht,” vertelt Tonny Te Winkel. “Zelfs een leerweg hoger als dat kan.” Hij is docent op het Metzo College in Doetinchem en nauw betrokken bij Sterk techniekonderwijs. “Een hoger niveau betekent leerlingen zich zeker voelen in de theorie die nodig is voor een opleiding in de techniek. Of dat je uitleg als onderwijzer beeldend maakt, door beter te kijken naar de praktijk.”

Bekijk ook ons interactieve platform >>

Een technisch vakkenpakket

De beroepsrichtingen techniek en metaal hebben vaak een pittig vakkenpakket. Het krijgen van Wiskunde en NASK (natuurscheikunde, red.) kan leerlingen afschrikken. “Ze voelen zich daar al jong onzeker over,” legt Te Winkel uit. “En dat is niet nodig, want angst voor leren kun je wegnemen. We pakken die angst aan door vanaf leerjaar 1 het zelfvertrouwen te stimuleren. En leerlingen te laten experimenten met een hoger niveau. We gebruiken daarbij formatieve toetsen, waarmee je wel toetst maar er geen keihard cijfer aan hangt. Leerlingen krijgen met name inzicht in waar ze nog aan kunnen werken. Daardoor wordt het minder spannend en kunnen we veel beter bijsturen.”

Intelligent vakmanschap

Er wordt vaak gesproken over leerlingen met gouden handen. Die hebben de kneepjes van het vak snel in de vingers. “Maar voor gouden handen, heb je ook een gouden koppie nodig,” vertelt Te Winkel. “Je gebruikt namelijk jouw koppie, om je gouden handen aan te sturen. Daarom spreken we op het Metzo van intelligent vakmanschap, een term die bedacht is door directeur Hans Baan.”

Beeldend onderwijs

Om ervoor te zorgen dat leerlingen ook slagen voor die toetsen, maken ze het onderwijs bij het Metzo zo praktisch mogelijk. “Bijvoorbeeld wanneer een fundering uitgezet moet worden. Dan ontstaat een haakse hoek, die wij berekenen met de stelling van Pythagoras.” En niet alleen bij Wiskunde, maar ook bij NASK kijken ze hier heel goed naar. “Wanneer we uitleg geven over een relais, ziet dat er in het boek heel anders uit dan bij de vervolgopleiding of in de praktijk. We zorgen dat onze docenten dan het relais krijgen dat daar ook wordt gebruikt, om de verschillen uit te leggen en te laten zien waar ze later mee te maken krijgen.” Op die manier wordt de theorie die je op het bord uitlegt, makkelijk toepasbaar.

Loopbaanoriëntatie met toekomsttafel

Om te kijken welke richting zo’n leerling nu moet kiezen, maken ze op de middelbare school gebruik van de toekomsttafel. Het is een tafel van anderhalve meter waar je langs loopt en zicht krijgt op diverse beroepen. “We tonen al onze zes beroepsrichtingen,” verklaart Te Winkel. “Hierdoor ontdek je wat bij je past en wat niet. We moedigen leerlingen echt aan om eens te kijken bij de beroepen waar ze enthousiast van worden. Of juist waar ze minder om staan te springen. Ontdekken wat niet bij je past is ook heel leerzaam.” In de toekomsttafel wordt een spelelement verwerkt, waardoor het veel levendiger wordt en actiever is. Dit helpt om leerlingen te enthousiasmeren.

Een hoog niveau

Naast het doceren op een hoger niveau, wordt het niveau bij die beroepskeus aan de toekomsttafel ook losgelaten. “We willen de leerlingen op een zo goed mogelijk niveau brengen. En dat niveau is dan geen leerweg, maar hetgeen wat echt bij ze past. Wat ze graag willen en waar potentie in zit.” Op die manier gaat het Metzo ook echt uit van de kracht van de leerling en kijken ze verder dan alleen het stempeltje dat een niveau geeft.

Link met het bedrijfsleven

Door stages, maar ook met technische middelen die worden aangeschaft, streeft de school naar een zo goed mogelijke aansluiting met het mbo-onderwijs. “Er zijn 1001 robotarmen, maar wij kiezen de robotarm waar op de Anton Tijdink techniekopleiding in Terborg ook mee wordt gewerkt. Of we gebruiken een lasersnijmachine die ook in de industrie wordt gebruikt. Dat doen we om te voorkomen dat ze bij ons op school dingen leren, die ze daarna nooit meer tegenkomen.” Op die manier proberen ze zo dicht mogelijk bij de praktijk te komen en de overstap naar het mbo zo soepel mogelijk te maken.

Doorlopende leerlijn

Voor diegenen die al écht weten wat ze willen, biedt het Metzo in samenwerking met Sterk Techniekonderwijs een doorlopende leerlijn. “Vanaf klas 2 hebben we zicht op leerlingen die dit al goed in de gaten hebben. In leerjaar 3 hebben ze die richting daadwerkelijk gekozen. Vanaf daar nemen we ze aan de hand en vragen we of ze openstaan voor een verkort traject. Je ziet de leerling glunderen van trots als we dat vragen. Het streven is dan om binnen 5 jaar een niveau 2 opleiding af te ronden.” En dat is een jaar korter dan via de gewone leerroute.